|
|
Tabor II
Orloff schimmelhengst, geboren in 1873
van Tabor uit Skworka
Gefokt in Rusland |
|
Boven: Dit is de beroemde Russische schimmelhengst Tabor II.
Boven: Deze prent is rond 1888 gemaakt door Otto Eerelman.
Afgebeeld is de Russische schimmelhengst Tabor II met zijn
toenmalige eigenaar Jonkheer Toon de Marees van Swinderen.
Boven: In 1920 schilderde de beroemde paardenschilder Otto Eerelman
het bekende schilderij "Paardenkeuring op de Groote Markt van Groningen
op den 28sten augustus". Dit schilderij hangt in het Stadhuis
en wordt ook wel "De Nachtwacht van Groningen" genoemd.
De schimmel Tabor II vormt het middelpunt.
Boven: Detail van het schilderij "Paardenkeuring op de Groote Markt
van Groningen op den 28sten augustus". De getoonde schimmel
is de Russische Orloff-draverhengst Tabor II, voorgebracht door zijn eigenaar Jonkheer de Marees van Swinderen. Rechts staan afgebeeld de bestuursleden van de Provinciale Vereniging ter Bevordering van de Paardenfokkerij en enkele industriëlen: Klaas Tiktak, directeur van Koffiefabriek Tiktak en Jan-Evert Scholten, die het hele Stadspark, inclusief drafbaan, aan de stad Groningen heeft geschonken. Hij staat 3e van rechts, met bolhoed.
Het schilderij is een eerbetoon, want zowel Tabor II als J-E. Scholten
waren al enkele jaren tevoren overleden.
Het leven van TABOR II
beschreven door Durk Minkema
in het Jubileumboek uit 1996 van de Fokkersvereniging
genaamd "Dravend door de tijd'
Afstamming
Tabor II is geboren op de Orloff-Kosloffsche stoeterij van Paul Iwanowitz Beljanin in het gouvernement Tambore, district Kosloff.
Zijn
vader Tabor komt van de stoeterij van graaf N.L. Sologoub. Zijn moeder Skworka komt van de stoeterij van L.N. Rogoff. De overgrootmoeder Iinitza is van Lebei uit Wostroecha van Sokol uit een Orloff-merrie.
Zowel de vader als de moeder van Tabor II stammen af van de hengst Bars I, de stamvader van het Orloff-draverras. Hij was een zoon van een Arabische hengst en een Friese merrie.
Carrière
Tabor II nam als driejarige in Rusland met succes aan de draverijen deel. Hij werd omstreeks 1877 naar Berlijn verkocht. In de volgende twee jaren won hij 9 eerste prijzen, o.a. te Weissensee een door de tsaar van Rusland geschonken zilveren bokaal.
In 1878 liep hij o.a. 3300 m in 6 min. 21 sec. (km. tijd 1.55.1/2)
4000 m in 7 min. 9 sec. (1.47.1/4)
4200 m in 7 min. 36 sec. (1.48.3/5)
Dit was steeds aangespannen voor een tweewielig rijtuig met grote wielen.
In 1879 liep hij:
2600 m in 4 min. 38 sec. (1.47)
4000 m in 7 min. 22.1/2 sec. (1.51)
4200 m in 7 min. 24 sec. (1.45.7/10)
steeds voor tweewielig rijtuig
2975 m in 5 min. 26 sec., aangespannen voor vierwielig rijtuig
3000 m in 5 min. 36 sec. (1.52) onder de man
2600 m in 5 min. in tweespan met Thelegraph.
In 1880 was hij in Wenen winnaar van de grote Keizersprijs, waar de snelste Russische paarden aan mee deden.
Een keelaandoening, waarschijnlijk het gevolg van een in die dagen gevatte kou, maakte hem cornard en verder ongeschikt voor de lange baan.
Naar Nederland verkocht
In augustus 1882 werd Tabor II op 9-jarige leeftijd van de bekende Berlijnse trainer A. Stechow aangekocht door Jan Koster te Beemster, Piet Ellerbroek te Hoorn en C. Loman te Bussum voor fl 300. Hij was toen al enige tijd kreupel aan de voorbenen, welke kreupelheid men in Berlijn ongeneeslijk achtte. Vijf weken nadat hij in Nederland gearriveerd was, was zijn kreupelheid
volkomen genezen door de behandeling van dr. Hoogland, rijksveearts te Utrecht.
Vanwege zijn cornage werd hij in Nederland op de kortebaan ingezet. Zijn debuut was op de kortebaandraverij te Zeist op 6 september 1882. Hij won, onder de man bereden door de bekende pikeur Jan Koster de eerste prijs van fl 300. Dit was voor het eerst dat de Nederlandse kortebaan-dravers door een buitenlands paard werden verslagen.
In 1883 zou hij 5 maal op de kortebaan uitkomen, waarvan er 4 werden gewonnen. Hij liep steeds op naam van C. Loman te Bussum, waar hij ook ter dekking stond aan de stal naast hotel Nieuw-Bussum.
Op 15 februari 1884 ging Tabor II in eigendom over aan C. Kuijper te Texel en P. Ellerbroek te Hoorn, bij welke laatste hij ter dekking kwam te staan voor fl 40. Op 21 mei van dat jaar werd de hengst voorgereden op de kortebaan-draverij te Hoorn ter gelegenheid van de opening van de spoorlijn Zaandam-Hoorn. In 1884 en 1885 liep hij op naam van P. Ellerbroek 7 keer op de
kortebaan, waarbij hij 3 maal eerste en 4 maal tweede werd.
Begin september 1885 werd hij voor fl 2000 verkocht aan J. Groot te Schermer, die hem in februari 1886 verkocht aan Jhr. Q.T.A. de Marees van Swinderen te Paterswolde, op wiens huize Lemferdinge hij ook ter dekking stond. Het eerste jaar dekte hij daar 37 merries. Hij zou in 1886 nog een keer en in 1889 nog twee keer op de kortebaan starten, waarvan hij de laatste te Groningen winnend afsloot.
In maart 1893 werd Tabor II verkocht aan H. de Vrieze te Meeden, waar hij twee jaar dekte. In december 1894 ging hij over in handen van A.Siderius te Leeuwarden, waar hij op zaterdag 8 augustus 1896 ten gevolge van een beenbreuk op 23-jarige leeftijd moest worden afgemaakt.
Productie
Tabor II kreeg meest inlandse of gekruist-inlandse of bovenlandse merries toegevoerd, waaronder veel slechte. Hij bracht zijn uitstekende, vlotte draf en snelheid op zijn kinderen over, doch ook zijn minder goede eigenschappen, zoals een niet te sterk voorbeen, ronde gewrichten en soms ook zijn cornage, vooral op zijn zonen. Zijn kinderen hadden alle het gerekte type van de
vader. Veel kinderen hadden niet te veel ausdauer, hetgeen vooral een gevolg was van de hem toegevoerde merries. Ze hadden wel een goed karakter, reden waarom ook buitenlandse kopers graag schimmels van Tabor kochten, want ze waren geschikt voor alle diensten.
Tussen 1885 en 1897 werden in totaal 177 kinderen van hem geregistreerd, waarvan 45 met een record op de lange baan. Zijn beste kinderen waren Jonge Tabor II, Cesar 1.46.7, Mirka 1.42, Taborina 1.47,1, Nora 1.47.5, Bles 1.48.7, Ideaal 1.43.2, Graaf AdoIf 1.43, Ritsjek 1.43.6, Dobrina 1.40, Molly 1.46.2, Jenny 1.46.4, Linsca II 1.39.3, Cekwa 1.47.5, Nella 1.45.9, Kruger
1.45.2, David 1.44.9, Doortje 1.48.3 en Emmy 1.47.4.
Sweepstakes-leverancier
Kinderen van Tabor II wonnen maar liefst 8 maal de Sweepstakes. Vooral toen begin 1890 de bekende pikeur Jan Koster uit Heemstede de stal van Van Wickevoort Crommelin ging verlaten en zich met Jhr. de Marees van Swinderen associeerde tot de Noorderstal in Paterswolde, waren de produkten van Tabor II in de klassiekers nauwelijks te kloppen. Zij lieten op het trainingscentrum Oosterbroek ook een renbaan aanleggen. Helaas werd de Noorderstal op 21 mei 1892 al weer geveild.
De Sweepstakes-winnaars zijn:
1888 Jonge Tabor II
1890 Tabora
1891 Carl en Fanny
1892 Roland en Susanna
1893 Willy
1895 Jolige Hein
Zijn zoon Jonge Tabor II van J. Roele te Buiksloot en Ab. de Ridder uit de Noorder-IJ-polder bij Oostzaan was een van zijn beste nakomelingen. Hij was een crack op de kortebaan. Jonge Tabor II bracht 31 produkten, w.v. 8 met record. Via zijn dochters Haasje B en Rika is zijn bloed verder verspreid.
De zoon Carl, eigendom van de ambitieuze heerrijder C.F. Reilingh te Groningen, bracht 6
produkten. Deze hengst had een minder vriendelijk karakter. De zoon Yo-el Tabor bracht
acht, Czaar Peter II vijf en Wladimir vier produkten. Dan waren er nog 12 zoons met 1 tot 3
produkten.
Uitstekende Père-de-mères (moeder's vader)
Verschillende van Tabor's dochters hebben goed gefokt. De beste was Linsca II die 7 kinderen bracht, waarvan 6 met record, w.o. Emma W 1.34.3, Agnes W 1.35.9, Baron Paul W 1.33.4, Cecilia W 1.33.8 en Dobrina W 1.42.6. Zij zijn alle van Paul H. Linsca's dochter Dobrina W werd de moeder van de beste Henriot. Diens zoon Piekant heeft via Une Bonnie M weer een merrielijn opgezet.
Zijn dochter Prinses Marie bracht vier kinderen, alle met record, w.o. Addi 1.35.6 en Dienares 1.35.2.
Tabora II bracht 3 produkten, w.o. de goede D.D., de moeder van de hengst Bandage.
Wilhelmina bracht 6 produkten, w.v. 4 met record, w.o. Berta Paulina 1.38.6.
Prinses Olga bracht twee produkten met record, w.o. de beste Clemence 1.34.6. Hieruit stamt de geweldige Allouez van Jan de Vlieger.
Mirka bracht 5 produkten, w.o. Fricka 1.38.1 van Alaward.
Ideaal bracht 2 produkten, waarbij Glendine 1.40 van Glen.
Andere goed fokkende Tabor II-dochters waren Florence C, Nora, Susanna, Tabora en Zwaluw.
Van een Tabor II-dochter is vermoedelijk ook Tegenwind, de moeder van Ciampi 1.30.9 en Kaper B 1.30.8, die beide weer nakomelingen hebben.
(einde beschrijving door Durk Minkema in het boek "Dravend door de tijd')
Toevoeging Webmaster:
In die tijd werden de Russische Orloff-dravers gebruikt om ons draverras op te bouwen en te verbeteren. Later werden hiertoe ook Amerikaanse dravers geïmporteerd. Beide rassen hadden voor- en tegenstanders. Dat leidde ertoe dat er in de jaren 1907 t/m 1909 zelfs een Anti-Yankee Derby is verreden. Zie onze fotopagina over de Derby: Click hier
De foto's
Oud Stamboekbewijs
Boven: Het stamboekbewijs van de hengst Oranje Boven.
Er staan foto's op van de Hackney-hengst Pullaway (vader van
Oranje Boven, geb. 1891) en de Orloff-schimmel Tabor II.
Zij waren de beste draverdekhengsten van hun tijd.
foto's Tabor II
Boven: Tabor II geb. 1873 (Orloff-draver, Rusland).
schimmelhengst v. Tabor u. Swaska v. Kobbin.
Het was een mooie hengst met een schofthoogte van 1,60 m.
Deze foto is genomen bij de stal van Jan Koster in Oosterbroek (Gr.).
Boven: Tabor II met Piet Ellerbroek op de
sulky met de hoge wielen.
Hij was leidend vaderpaard in 1891-1895, 1898-1901, 1903.
Boven: In het begin van de vorige eeuw was de drafsport een belangrijke sport en waren bekende harddravers soms idolen. Er werden schilderijen van gemaakt en sigarenmerken naar genoemd. Hierboven als voorbeeld een sigarendoos voor Tabor-sigaren. Deze doos kwam in bezit van de Stichting Hippomobiel Erfgoed, die zich vooral bezig houdt met rijtuigen. Een medewerker heeft de oorsprong van het doosje uitgezocht en een uitvoerig verhaal over Tabor (II) en zijn eigenaren opgeschreven. Een goed verhaal met veel informatie, dat is te lezen op de website van de Stichting.
Click HIER
|